Groep 5

Klassenouders

Klassenouder groep 4-5
Klassenouder groep 5

Lezen

In groep 5  ligt het accent op het vlot en correct lezen. Dit wordt geoefend met behulp van onze nieuwe leesmethode Station Zuid. Wij geven dagelijks een leesles, waarbij er vier keer in de week wordt gewerkt aan technisch lezen, en één keer in de week aandacht wordt besteed aan leesbevordering.  Uw kind krijgt geregeld een ‘code’ mee naar huis. Vul deze in op www.debrandweerclub.nl, en lees een spannend verhaal!

 

Benieuwd naar Station Zuid? Bekijk de introductiefilm.

Wij adviseren alle kinderen om 30 minuten per dag te lezen. Uiteraard kan dit verdeeld worden in twee of drie stukken. Vraag uw kind wat hij/zij heeft gelezen, dit bevordert het begrijpend lezen. U kunt bijvoorbeeld de volgende vragen stellen:

Ga samen met uw kind naar de bibliotheek en kies geschikte boeken uit:

1.

Zorg voor een passend leesniveau. Te makkelijk werkt demotiverend en te moeilijk kan juist frustratie opwekken. De leerkracht kan vertellen welk AVI- niveau uw kind beheerst.

2.

Zorg voor interessante boeken. Houdt uw kind van ridders? Zoek samen een boek uit over ridders. Ook informatieve boeken zijn goed voor de leesontwikkeling van uw kind. U kunt de medewerkers van de bibliotheek om hulp vragen.

3.

Stel vragen over het boek. Gebruik bovenstaande vragen ter inspiratie.

Nieuwsbegrip

Nieuwsbegrip is een methode voor begrijpend lezen aan de hand van teksten uit de actualiteit. Veel scholen gebruiken Nieuwsbegrip om kinderen te leren hoe ze teksten moeten lezen en leren begrijpen. Want begrijpend lezen is heel belangrijk, op school maar ook daarbuiten.

Het doel van de lessen Nieuwsbegrip is het strategisch leren lezen van teksten. Het nieuws is een middel om de kinderen te interesseren om de tekst de lezen. De leerkracht speelt daarbij een belangrijke rol. De juf doet in de Nieuwsbegriplessen namelijk hardop denkend voor hoe het lezen van een tekst in je hoofd werkt.

Strategieën zijn hulpmiddelen die worden aangeleerd om de tekst beter te begrijpen:

Op deze pagina leest u allerlei informatie welke van belang is in leerjaar 5.

Samenwerkend leren

De kinderen krijgen op diverse momenten werkvormen aangeboden waarbij ze gestructureerd samenwerken in twee- of viertallen. Per thema wordt een les aangeboden waarin een samenwerkingsdoel centraal staat. 

Rekenen

Bij rekenen gaan de kinderen in groep 5 verder in op de lesstof welke zij in groep aangeboden hebben gekregen. De telrij wordt uitgebreid tot en met 1000. 

 

Getalrelaties en getalbegrip

Ook in groep 5 spelen getalrelaties en getalbegrip een belangrijke rol. De telrij wordt uitgebreid. Daarbij gaat het om het heen en terug tellen tot 1000 en tellen met sprongen van 2, 5, 10, 20, 50 en 100.

 
Optellen en aftrekken

Het optellen en aftrekken tot 100 (groep 4) via de rijgmethode wordt voortgezet. Bij de rijgmethode laat je het eerste getal heel, het tweede getal rijg je er in stukken aan vast. Bij 57 + 25 reken je eerst 57 + 20 uit. Dat is 77. Dan verdeel je 5 in 3 + 2. 77 + 3 = 80, 80 + 2 = 82.

 

Een belangrijk moment is het optellen en aftrekken met een sprong over het tiental. Voor kinderen is dit een cruciaal leermoment. Met opgaven als 156 + 99 en 600 – 99 wordt handig gerekend. Behalve de rijgmethode komt ook de splitsmethode aan de orde. Bij de splitsmethode splits je de getallen in tienen en enen. Bij 57 + 26 reken je eerst 50 + 20 uit en daarna 7 + 6. Beide antwoorden voeg je samen: 70 + 13 = 83.

Vermenigvuldigen en delen

De tafels worden geoefend met het tafelbord. Aan het einde van groep 5 worden de tafels uitgebreid naar sommen van het type 20 × 3 en 9 × 14. Bij het verdelen gaat het om het (ver)delen van hoeveelheden zonder rest (16 : 4) en met rest (18 : 4). Sommen van het type 39 : 3 worden aan het einde van groep 5 geïntroduceerd.

 
Automatiseren en memoriseren

Bij optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen speelt automatisering een belangrijke rol. Automatiseren betekent dat kinderen de sommen nog niet uit hun hoofd hoeven te kennen, maar nog een tussenstap mogen maken. Bijvoorbeeld: 6 × 5 mag via 5 × 5 worden uitgerekend.

 

Memoriseren betekent dat de kinderen het antwoord op sommen direct weten (uit het hoofd). In de beheersingstoetsen wordt getoetst in welke mate de kinderen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen beheersen.

Overige leerlijnen

Bij meten gaan de kinderen aan de slag met inhoud (het vullen van maatbekers), omtrek (vijvers), oppervlakte (‘Hoeveel tegels zijn er nodig om de vloer te bedekken?’) en gewicht.  Bij meetkunde gaat het om ‘doen’. Maar ook verklaren speelt een belangrijke rol. Zo moeten kinderen bij dit bouwwerk bijvoorbeeld aangeven hoeveel blokjes ze aan de voorkant zien, en hoeveel ze zien als ze tegen de rechterkant aankijken. Dat aantal is verschillend, in de klas wordt aandacht besteed aan het beredeneren daarvan.

 

Bij het rekenen met geld komt de kommanotatie om de hoek kijken (€ 1,69). Het klokkijken wordt uitgebreid met digitale tijden tot 12 uur. Naast verhoudingen en verhoudingstabellen maken de kinderen voor het eerst kennis met de beeld- en de staafgrafiek.

Spelling

In groep 4 t/m 8 verzorgen wij iedere dag een spellingles uit de methode Taal Actief. Waar in groep 3 voornamelijk het accent op het correct schrijven van klank zuivere (= je schrijft wat je hoort) woorden ligt, verschuift dit in groep 4 naar het correct schrijven van klank onzuivere woorden. In groep 4 wordt er onderscheid gemaakt in: luisterwoorden, regelwoorden en weetwoorden.

Tevens werken wij met bloon.nl. Dit is een anoniem maar gepersonaliseerd oefenprogramma om de spellingwoorden in te prenten. Elke week zet de groepsleerkracht nieuwe woorden online. Na drie weken volgt er een rustweek, dit is de week van het woord- en zinnendictee.

Bekijk hier het leerlijnenoverzicht voor een gedetailleerd overzicht van de leerstof spelling.

 

Benieuwd naar Taal Actief? Bekijk hiernaast de introductiefilm.

Taal

In groep 4 t/m 8 verzorgen wij iedere dag een taalles uit de methode Taal Actief. Het eerste halfjaar staan woordsoorten centraal. We leren dan wat een lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord en werkwoord is. Het tweede halfjaar staan zinsdelen centraal. We leren dan wat een wanneer-deel, wie-deel en waar-deel is.

Andere vakken

Op onze school bieden we een breed onderwijsprogramma aan. Bij Engels leren leerlingen zowel mondeling als schriftelijk te communiceren en moedigen we ze aan om zich vrij te uiten. In wereldoriënterende vakken zoals natuur, geschiedenis, verkeer en aardrijkskunde ontdekken kinderen de wereld en haar geschiedenis, en leren ze ruimtelijk bewustzijn ontwikkelen. Sociaal-emotionele vaardigheden worden versterkt via het programma ‘De Vreedzame School’. Voor godsdienstonderwijs verdiepen leerlingen zich in de islam met onze specifieke onderwijsmethoden. Bewegingsonderwijs bevordert een breed scala aan vaardigheden, waarbij plezier in bewegen centraal staat, uitgevoerd binnen en buiten.

Contact met de leerkracht:

Heeft u inhoudelijke vragen over deze pagina? Neem contact op met de groepsleerkracht.